Mariës Hendriks (1956) schildert het liefst de directe omgeving waarmee ze zich vertrouwd voelt. Zij wil bij voorkeur het tafereel in beeldende zin interpreteren. Voor haar staat de concrete waarneming centraal. Kijken, zien en perceptie vormen daarbij het uitgangspunt. Het gaat primair om het registreren van de dingen, die je van dichtbij kunt beschouwen. De voorstelling die hieruit voortvloeit wordt niet verder bewerkt of gemanipuleerd.
Op de kunstacademie studeerde zij monumentale kunst, zij vervaardigde grote schilderijen met een abstracte inslag. Na haar afstuderen ging zij van 1975-1981 door met dit type werk. Gaandeweg heeft zij veranderingen aangebracht en verschillende technieken uitgeprobeerd. Naast schilder- en tekenkunst bekwaamde zij zich in de ambachtelijke houtgravure. Een meer op figuratie gerichte aanpak diende zich aan. Daarbij moest de compositie steeds concreet en overzichtelijk blijven. Simpele lijnen mogen niet dichtslibben. Binnen een gekozen ontwikkeling verloopt het werk bijna als vanzelf. Het ene schilderij volgt op het andere.
Haar focus ligt op het observeren van de lichtval in een ruimte, het vastleggen van het licht en het weergeven van de schaduwen. Brede silhouetten vormen markante zichtlijnen, die het interieurbeeld accentueren. Mariës speelt met de donkere vlakken en schaduwpartijen in de compositie. De smallere lijnen die door het beeld lopen zijn aan de rand voorzien van een diffuus streepje met verschillende kleuren, alsof het verstrijken van de tijd zijn eigen kleuren genereert. Het tijdsverloop gaat snel. Daarom legt zij het vluchtige moment vast met de fotocamera. Zij werkt analytisch op basis van deze foto's. Mariës verklaart: 'Met een foto leg je één seconde vast, de volgende is al in aantocht. Je voelt de verschuiving van het licht.'
De verticale positionering van tafels en stoelen en de schaduwbeelden daarvan brengt ritme in de compositie. De beelden zijn van bovenaf weergegeven. Er zijn lichtvariaties en hoogteverschillen. Het lijkt alsof de voorstelling vanuit een hoog standpunt in de ruimte is vastgelegd. Het resultaat is een concreet, aanschouwelijk beeld, dat welbewust aandoet en tegelijk een verbinding legt met een sublieme ruimtelijke gewaarwording.